Aderverkalking

Aderverkalking is de benaming van een aantal processen waarbij slagaders als het ware ‘dichtslibben’. Het dichtslibben van de aderen komt niet ineens het is een proces dat al jaren bezig is. Door bv. hoge bloeddruk wordt de binnenbekleding van de bloedvaten het endotheel aangetast. Op de beschadigende plekken kunnen zich vetten afzetten die ook kunnen verkalken waardoor het endotheel naar binnen wordt gedrukt. Hierdoor kunnen de bloedvaten vernauwen en zelfs verstopt raken. Deze combinatie van processen leidt tot een verminderde bloeddoorstroming, wat kan betekenen dat de weefsel en organen die door deze bloedvaten wordt voorzien minder, te weinig of soms zelfs geen bloed meer krijgen. Normale verouderingsprocessen, ongezonde voeding en andere levensgewoonten vooral roken! dragen in belangrijke mate bij aan het proces van atherosclerose.
 
Aderverkalking is eigenlijk een zwelling in de bloedvatwand ten gevolge van ophoping van cholesterol en dode witte bloedcellen. 1. Binnenbekleding bloedvat (endotheel); 2. ophoping van cholesterol, vet, dode witte bloedcellen; 3. verkalkte kern; 4. bindweefsellaag; 5. spierlaag.

 
Er zijn drie stadia’s van aderverkalking:
Stadium 1 – De binnenste bekleding van de bloedvaten bestaat uit platte cellen de endotheellaag. Het eerste begin van aderverkalking is een beschadiging van deze endotheellaag.

Stadium 2 – De beschadiging aan de endotheellaag vormt een plek waarop bloedplaatjes vastkleven. De geklonterde bloedplatjes veroorzaken door afscheiding van chemische stoffen een zekere wildgroei van spiercellen. Dit proces gaat gepaard met een neerslag van vetachtige stoffen vooral cholesterol.

Stadium 3 – In dit stadium vindt er een kalkafzetting plaats. De ophoping van cholesterol, vet, dode witte bloedcellen wordt één verlakte harde massa. Er vindt nu echt vernauwing plaats.
 
Oorzaken

  • Roken tast de binnenste laag van een bloedvat aan waardoor de neerslag van cholesterol wordt bevordert.
  • Hoge bloeddruk.
  • Suikerziekte.
  • Cholesterol hoe meer cholesterol erin het bloed zit, hoe meer er achter blijft in het bloedvat.
  • Bestaande hart- en vaatziekten bv. hartfalen en trombose.

 
Gevolg

  • Hartinfarct.
  • Herseninfarct.
  • Etalagebenen.
  • Etalagebenen.

 
De beenslagaders vervoeren zuurstofrijk bloed van het hart naar de beenspieren. Bij inspanning van de beenspieren lopen, rennen, traplopen kan de bloedtoevoer en daarmee het aanbod van zuurstof aan de beenspieren wel 5 keer zo groot worden. Slagaderverkalking kan vernauwingen of verstoppingen in de slagaders veroorzaken. Door de vernauwing ontstaat er zuurstoftekort. Door dit zuurstoftekort krijg je pijn in het been.

Als er klachten optreden dan ontstaan deze het eerst wanneer er veel gevraagd wordt van de toevoerende bloedvaten, namelijk tijdens inspanning. Na enige tijd lopen wordt er onvoldoende bloed en zuurstof door de slagaders aangevoerd. De spieren gaan dan “schreeuwen” om meer bloed en dit wordt ervaren als een krampende pijn of moeheid, meestal in de voet- en kuitspieren soms ook in de bovenbeen-, heup- en dijspieren. De pijn wordt na enige tijd zo erg dat de patiënt moet stoppen. Als de spieren weer “op adem” gekomen zijn, verdwijnen de klachten en kan U weer doorlopen. Een tijdje later herhaalt deze cyclus zich. Vandaar dat deze klacht ook wel “etalage-benen” wordt genoemd (mensen stoppen met lopen om in de etalage te kijken en lopen vervolgens weer door), of in medische termen “claudicatio intermittens”.
 
Symptomen
Pijn bij het lopen is het belangrijkste verschijnsel van claudicatio intermittens. De plaats waar u de pijn voelt zegt iets over de plaats waar de vernauwing is. Door de pijn bent u minder beweeglijk. Veel patiënten met claudicatio intermittens voelen zich minder energiek, zijn vaak emotioneler en slapen slechter. Zij voelen zich beperkt in hun (dagelijkse) activiteiten, vooral wat betreft werk, huishoudelijke, sociale en vakantie-activiteiten.

Andere klachten van een vernauwing kunnen zijn:
Koude voeten, ontbreken van onderhuidse vetlaag, verlies van haar op voeten en tenen, verdikte teennagels (vaak met schimmel-infectie) en vertraagde nagelgroei. Als gevolg van een slechtere doorbloeding kan uw been bleek worden wanneer u het optilt en kan het rood verkleuren wanneer u het been laat hangen.
 
Behandeling
Afhankelijk van de ernst van de situatie en welke slagader het betreft, zijn er verschillende mogelijkheden:

  • Een conservatieve behandeling.
  • Dotteren.
  • Een operatieve behandeling.

 
 
De conservatieve behandeling (looptraining)
De behandeling van etalagebenen is in de eerste plaats gericht op het beperken van aanwezige risicofactoren van aderverkalking: niet roken, gezond eten en voldoende lichaamsbeweging. Te hoge bloeddruk, suikerziekte en een te hoog cholesterolgehalte zijn met geneesmiddelen te behandelen. Roken is een risicofactor die u zelf in de hand heeft.

Door de pijn bent u geneigd minder te bewegen waardoor de klachten alleen maar verergeren. De fysiotherapeut helpt u om in beweging te blijven en de problemen te verminderen in uw dagelijkse leven. Samen streeft u naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid.

Doordat lopen pijn gaat doen, gaan veel mensen met etalagebenen op een andere, geforceerde manier lopen. Dit is bedoeld om klachten te vermijden en kost veel energie. Looptraining onder begeleiding van de fysiotherapeut blijkt daarom heel effectief te zijn. Onder deskundige begeleiding leert u de coördinatie verbeteren en u kunt steeds verder lopen zonder pijn.

Heeft u problemen met specifieke vaardigheden zoals traplopen? Deze kunt u dan gericht trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut. Het geven van de juiste informatie en goede voorlichting is een essentieel onderdeel van de fysiotherapeutische behandeling van etalagebenen. Om blijvend resultaat te boeken, is immers vaak een verandering van uw gedrag nodig.

De fysiotherapeut leert u hoe u zelfstandig blijvend uw klachten onder controle kunt houden. Hiervoor heeft de fysiotherapeut, naast de behandeling, een activeringsprogramma. Dit stimuleert u om na afloop van de therapie te blijven bewegen en de gezonde leefgewoonten voort te zetten. En dat gaat makkelijker als u plezier heeft in de activiteiten en (eventueel) als u ze in groepsverband doet. De fysiotherapeut adviseert dan ook bewegingsactiviteiten die bij u passen.

De klachten zijn vervelend, maar hoeven geen ernstige gevolgen te hebben. Het is vooral belangrijk om tijdig actie te ondernemen. Een belangrijk deel van de behandeling heeft u in eigen hand. Stoppen met roken, de juiste hoeveelheid beweging en eventueel afvallen zijn de belangrijkste aandachtspunten. Verder is een goede voetverzorging belangrijk om te voorkomen dat de slechte bloedtoevoer leidt tot slecht genezende wondjes of zweren, met name als u suikerziekte heeft. Probeer daarom wondjes, bijvoorbeeld bij het knippen van de nagels, te voorkomen.

Het is belangrijk om te blijven bewegen, ook al krijgt u er pijn door. Door elke dag te wandelen verbetert de bloedtoevoer in de benen. Geleidelijk kunt u steeds langer zonder klachten lopen. Als u niet wandelt, zult u sneller klachten krijgen.
 
Behandeldoelen

  • Vergroten van de loopafstand.
  • Verhogen van de pijntolerantie / leren “door de pijn heen te lopen”.
  • Verminderen van angst voor de pijn.
  • Verbeteren van het looppatroon.
  • Ontwikkelen van een actieve leefstijl.
  • Verbeteren van specifieke vaardigheden.
  • Geven van informatie en voorlichting.
  • Dotteren.

 
Soms is de vernauwing van dien aard dat er bekeken moet worden of het met behulp van een ballonnetje mogelijk is het bloedvat ter plaatse van de vernauwing als het ware op te rekken. Hierdoor wordt het bloedvat weer beter doorgankelijk.Het is een weinig belastende ingreep, die soms poliklinisch kan worden verricht. Voordat je een vernauwing kunt dotteren moet het betreffende bloedvat eerst beoordeeld worden door middel van een angiografie. Via hetzelfde onderzoek kan direct de vernauwing gedotterd worden.

Angiografie is een röntgenonderzoek van de bloedvaten(zie plaatje). Bij dit onderzoek wordt een contrastmiddel direct in een slagader gespoten, waarna snel een aantal foto’s worden genomen of een film wordt gemaakt. Een angiografie laat toe om de stroomsnelheid van het bloed te meten en vernauwing van slagaders in beeld te brengen. Bij dit onderzoek wordt via een kleine snede in de lies een smal buisje (catheter) in de slagader geschoven tot bij de plaats van de vernauwing. Dit gebeurt onder gehele of gedeeltelijke verdoving. Als de catheter op de goede plek ligt wordt contrastvloeistof ingespoten waardoor de bloedvaten zichtbaar worden op een röntgenfoto.
 
De operatieve behandeling
Vanwege de kans op complicaties wordt in de meeste gevallen pas tot een operatieve behandeling besloten als de klachten dermate ernstig zijn dat dit een operatie rechtvaardigt. Dit kan bijvoorbeeld zijn als de klachten ook in rust aanwezig zijn of als er niet-genezende wonden zijn. Voordat er tot een operatie wordt overgegaan moet het betreffende bloedvat eerst beoordeeld worden door middel van een angiografie.

Er zijn verschillende operaties mogelijk, zoals het schoonmaken van het vat (endarteriëctomie) ter plaatse van de vernauwing of het langs chirurgische weg wijder maken van de vernauwde plek. Meestal zal bij verstopte beenslagaders een omleiding worden gemaakt met een bypass. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een vaatprothese of een ader van uzelf. De keuze van de operatie is uiteraard van vele zaken afhankelijk. De zwaarte van de operatie hangt samen met de plaats in het lichaam waar de afsluiting zit. Uw chirurg kan u hierover gedetailleerd informeren.
 
Na de operatie 
Na de operatie worden een aantal zaken frequent gecontroleerd

  • Het kloppen van de slagaders op de voet.
  • Lekkage van de wond.
  • De temperatuur van de benen en armen.
  • De bloeddruk.

 
Complicaties
Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn ook bij deze operaties de risico’s aanwezig zoals wondinfectie, bloeding, trombose en longembolie, longontsteking, blaasontsteking of hartinfarct. Verder kunt u verwachten dat in het gebied van het operatielitteken na de genezing het normale gevoel zal zijn verdwenen.

Bij operaties aan een slagader zijn er ook specifieke complicaties mogelijk:

  • Een nabloeding of;
  • Een afsluiting van de vaatprothese of de gebruikte ader (trombose).

 
Bij het optreden van een dergelijke complicatie moet vaak opnieuw geopereerd worden. Uiteraard wordt geprobeerd de risico’s zo klein mogelijk te houden. Daarom wordt U voor de operatie veelal door de internist, cardioloog of longarts volledig onderzocht en worden vele voorzorgsmaatregelen genomen.


Op onze website maken wij, en derde partijen, gebruik van cookies.
Dit, om de diverse functionaliteiten op deze website mogelijk te maken, om inzicht te verkrijgen in het bezoekersgedrag op onze website.

Door op de ‘Akkoord’ button te klikken, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies zoals omschreven in onze privacy- en cookieverklaring

Deze website maakt gebruik van:


Voor meer informatie kunt u onderstaande documenten bekijken: