Bursitis

De schouder bestaat uit drie botstukken, de scapula (schouderblad), de humerus (bovenarm) en de clavicula (sleutelbeen). Er zijn een aantal belangrijke ligamenten rondom het schoudergewricht. Ligamenten zijn bindweefsel structuren welke beenderen verbinden. Het gewrichtskapsel van de schouder wordt gevormd door een groep van ligamenten welke de humerus (bovenarm) verbinden met het glenoid (de kom van het schouder gewricht) van de scapula (sleutelbeen). De volgende laag rondom het gewrichtskapsel bestaat uit spieren en pezen. De pezen van vier spieren vormen de rotator manchet. De spieren zijn de supraspinatus, de infraspinatus, de teres minor en de subscapularis. De pezen zitten vast aan het bot. Spieren zijn in staat om botstukken te bewegen door via de pezen aan de botstukken te trekken.

In het schoudergewricht bevinden zich enkele slijmbeurzen (bursae). Deze slijmbeurzen (bursae) bevinden zich op plaatsen waar wrijving kan optreden door bewegingen. Bewegingen van pezen of spieren moeten met zo min mogelijk wrijving kunnen plaatsvinden. Een slijmbeurs is gevuld met een dun laagje smeervloeistof. Het functioneert er als een soort rollagertje. Een slijmbeurs is een soort stootkussentje. Op tientallen plaatsen in het lichaam vindt men dergelijke slijmzakjes. Deze slijmbeurzen kunnen ontsteken als zij bijvoorbeeld overbelast raken waardoor een zeer pijnlijke aandoening ontstaat. Een bursitis is een ontsteking van een slijmbeurs dat zich bevindt op de plaats van de aanhechting van een pees op het bot. De structuren die aan weerszijden van de slijmbeurs liggen kunnen daardoor met een minimale wrijving bewegen. Een ontsteking van een slijmbeurs (bursa) kan in enkele dagen ontstaan (acuut) of een zeer langzaam (chronisch) verloop hebben.
 
Symptomen
Belangrijkste verschijnselen zijn roodheid, zwelling, pijn, warmte en een gestoorde functie. De pijn kan ontstaan of toenemen o.a:

  • Bij het bewegen van de arm van het lichaam af (abductie) waardoor de slijmbeurs knelt.
  • Bij het opzij bewegen van de arm, vanaf ongeveer 60° – 130°.
  • Het spannen van de spier die de arm opzij beweegt. Door het bewegen kan de bursa klem komen te zitten.
  • Het liggen op de arm.

 
Acute bursitis subdeltoidea (subacromialis):
Felle zeer sterke onaangename pijn rond de schouder en pijn in boven en onderarm uitstralend binnen enkele dagen.

– Het zijwaarts heffen van de arm is praktisch niet mogelijk in verband met een vermoeiende verlammende pijn.

– De beweging van de arm achter de rug is eindstandig beperkt en pijnlijk.

– De beweging naar buiten van de onderarm met een 90 graden gebogen elleboog met de bovenarm tegen het lichaam is eindstandig pijnlijk en beperkt.
 
De chronische bursitis subdeltoidea(subacromialis):
Het meest kenmerkende is wel het langzame steeds in toenemende mate progressieve karakter van de pijn en van de bewegingsbeperkingen in de eindstanden. Pijn wordt meestal gevoeld aan de buitenkant (lateraal), voorkant (ventraal) van de bovenarm en kan gevoeld worden tot halverwege de bovenarm. Vaak is er tijdens het heffen van de arm een middenfase waarin de pijn komt en vervolgens als de arm bijna helemaal gestrekt is weer verdwijnt (“Painful arc”). Pijnlijk moment in een middendeel van de beweging van onder naar boven met de gestrekte arm Bij ongeveer 60° komt de pijn en bij ongeveer 130° zakt het weer af.
 
Oorzaken 
Elke keer als de arm geheven wordt kan er wrijving ontstaan doordat de pees (van de spier m. supraspinatus) inklemt. Dit inklemmen, wordt impingement genoemd. Impingement treedt, in verschillende gradaties, op in elke schouder. Ze worden veroorzaakt door de alledaagse bewegingen van de arm boven schouderhoogte. Echter continu werken met de arm boven schouderhoogte of zelfs boven het hoofd, zoals repeterende acties als een bal gooien, schilderen etc. kan leiden dat impingement een probleem kan worden.

Een overbelasting of een trauma ontstaan bij het trekken en duwen van zware voorwerpen kunnen leiden tot een bursitis. Soms ontstaat bursitis na een gedwongen periode van rust.

Bursitis ontstaat voornamelijk door aanhoudende wrijving, stoten of druk. De ontsteking komt regelmatig voor in combinatie met een peesontsteking. Als er een peesontsteking aanwezig is zijn er ontstekingsverschijnselen aanwezig. Één van de verschijnselen is dat er een zwelling optreedt. Door de zwelling kunnen andere structuren ingeklemd raken, hierdoor ontstaat irritatie in de omliggende structuren.
 
Wat u zelf kunt doen
U kunt het beste eerste 2 dagen rust houden met de aangedane arm, maar geen absolute rust. Bewegen binnen de pijngrens. U kunt pendelbewegingen maken (op een stoel zitten arm laten hangen tussen beide benen en kleine rondjes draaien met de arm) om ontspanning in de schouder/arm te verkrijgen. De arm niet boven de 90° bewegen en niet op de aangedane zijde slapen. Dit om inklemming te voorkomen.
 
Fysiotherapie
De fysiotherapeut kan u helpen de klachten te verminderen. Hierbij kunt u denken aan een stukje voorlichting. De fysiotherapeut kan diverse middelen gebruiken om de pijn te verminderen. De therapeut kan gebruik maken van fysiotechniek (Ultrageluid, stroom en Ultra Korte Golf), maar de tendens ligt veel meer naar de actieve aanpak van het probleem. Door middel van stretchen van de spieren en het kapsel rond het schoudergewricht, alsmede het versterken van, met name de rotator manchet, zal geprobeerd worden weer het volledige bewegingsbereik te herstellen. Naast het herstellen van de kracht zal ook de coördinatie een belangrijke rol spelen. Deze combinatie laat u de kop van de bovenarm weer goed in de kom bewegen zonder dat de pezen of de slijmbeurs (bursa) klem komen te zitten. De fysiotherapeut maakt voor u, indien noodzakelijk, een persoonlijk revalidatieprogramma om de kracht en de mobiliteit rondom de schoudergordel weer optimaal te maken. Zie oefeningen van het ziektebeeld frozen shoulder. Het verwachte herstel bij een acute bursitis is ongeveer 3 tot 8 weken.

Mogelijke behandelingen van specialisten
 
Injectie
Een lokale injectie in de bursa met een verdovend middel(corticosteroid -ontstekingsremmer).

Als u een injectie hebt gekregen dan is het verstandig om niet op de arm te gaan slapen en om niet boven de 90° met de arm te bewegen.
 
Operatie
Als alle bovenstaande therapieën geen resultaat hebben gegeven, kan de schouder in aanmerking komen voor een operatie. Het doel van de operatie is het vergroten van de ruimte tussen het acromion en de pezen van de rotator manchet. De chirurg moet eerst de botsporen onder het acromion verwijderen, die tegen de pezen en de bursa aanschuren. Normaal gesproken verwijdert de chirurg een klein gedeelte van het acromion om de pezen meer ruimte te geven. Bij patiënten die een naar beneden gericht acromion hebben, zal er meer bot verwijderd moeten worden. Het komt vaak voor dat er een degeneratie door artrose te zien is van het AC-gewricht. Als er een reden is dat er artrose is in het AC-gewricht, kan het uiteinde van sleutelbeen (clavicula) verwijderd worden. Deze operatie wordt de resectie arthroplastiek genoemd. Hierbij wordt de laatste inch van het sleutelbeen verwijderd. Het idee hierachter is om de pijn veroorzaakt door bot op bot wrijving te stoppen. Het littekenweefsel wat hierna gevormd wordt, vormt een stabiele, flexibele verbinding tussen het sleutelbeen en het acromion. Dit wordt ook wel een pseudo-gewricht genoemd. In de meeste gevallen worden de operatie arthroscopisch verricht. Soms is een open schouder operatie noodzakelijk.
 
Revalidatie
Revalidatie na een operatie kan een langzaam proces zijn. Er zal enige maanden fysiotherapie moeten worden doorlopen, voordat er volledig herstel optreedt. De schouder zo snel mogelijk weer bewegen is een van de belangrijkste opties. Dit moet echter wel in een uitgebalanceerd revalidatieprogramma gedaan worden om het herstel van de weefsels te waarborgen. De therapie kan na een arthroscopische ingreep snel gaan. Het belangrijkste is om niet te veel te snel te doen. Dit om irritatie van het genezende weefsel te voorkomen. Mocht er sprake zijn van het snijden in spieren c.q. pezen, dan zal de therapie langzamer verlopen. Er zal begonnen worden met passieve oefentherapie (patiënt doet niets) wat daarna overgaat in geassisteerd actief (patiënt werkt mee) tot actief (patiënt doet alles zelf). Na een aantal weken is het weefsel hersteld en kan er begonnen worden met de echte spierkrachttraining. Het accent van de oefeningen ligt op het versterken en verbeteren van de coördinatie (controle) van de schouderspieren. In het laatste stadium zal er werksituatie gericht en sportspecifiek geoefend worden.


Op onze website maken wij, en derde partijen, gebruik van cookies.
Dit, om de diverse functionaliteiten op deze website mogelijk te maken, om inzicht te verkrijgen in het bezoekersgedrag op onze website.

Door op de ‘Akkoord’ button te klikken, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies zoals omschreven in onze privacy- en cookieverklaring

Deze website maakt gebruik van:


Voor meer informatie kunt u onderstaande documenten bekijken: