De term ‘shin splints’ ook wel tibialis posterior-syndroom genoemd is een verzamelnaam voor een aantal overbelastingsletsels, die zich in het middelste en onderste deel van het scheenbeen (tibia) kunnen manifesteren. Om inzicht te krijgen in het ontstaan van shin splints is het van belang enige kennis te hebben van de structuren die daarbij betrokken zijn. Het onderbeen bestaat uit twee beenderen, het scheenbeen (tibia) en het kuitbeen (fibula). Deze twee botstukken worden verbonden door een sterke bindweefselplaat (membrana interossea cruris). De beenderen worden omhuld door een dun beenvlies, dat goed doorbloed is en zeer gevoelig. Dit is te merken wanneer u het scheenbeen ergens tegenaan stoot.
Aan het onderbeen ontspringen een aantal spieren. De diepe kuitspier, de achterste scheenbeenspier en de lange teenbuigspier zijn de belangrijkste. Deze spieren spelen een rol bij shin splints. De krachten die tijdens het lopen op de spier inwerken kunnen dan niet goed worden opgevangen door de spier. Hierdoor komen er extra trekkrachten neer op het botvlies waar de spier op aanhecht. Dit kan uiteindelijk kleine scheurtjes gaan vertonen wat uiteindelijk tot een ontstekingsreactie leidt van het omliggende weefsel.
Symptomen
De voornaamste klacht is pijn en wordt meestal aangegeven op het middelste en onderste derde deel van het scheenbeen. De pijn kan ook lager, tot aan de binnenenkel langs, worden gevoeld. Het kan ook hoger, zelfs tot aan de knie. De pijn is vaak scherp van karakter, en er kunnen ‘steken’ gevoeld worden. Bij hevige klachten wordt de pijn als ‘stokslagen’ aangegeven. Als dit het geval is, dan heeft de loper duidelijk te lang met de klachten doorgelopen. De pijn wordt gevoeld bij het neerzetten van de voet en bij het afzetten met de voet tijdens het lopen. Soms is het ook voelbaar bij het hurken. Aanraking geeft veel pijn, bijvoorbeeld als de benen over elkaar worden gelegd. De pijn kan heviger worden bij een lager looptempo. Bovendien geeft een lager looptempo meer klachten. Afhankelijk van de ernst van de klachten kan met hardlopen worden doorgegaan. Vaak is de pijn daar echter te hevig voor. Ondanks een rustperiode komen de klachten meestal weer terug als geen aanvullende behandeling wordt uitgevoerd. Een enkele keer kan er sprake zijn van een licht oppervlakkige zwelling ter plaatse van de pijn en wordt er door de loper een ‘strengetje’ gevoeld.
Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken voor het ontstaan van shin splints. Deze oorzaken hebben gevolgen voor de structuren rond het scheenbeen die eerder zijn besproken. Bij shin splints zijn er factoren vanuit het lichaam zelf die de klachten veroorzaken (endogeen) en factoren van buitenaf die de klachten veroorzaken(exogeen).
Endogene factoren
Exogene factoren
Wat kan men doen als de klachten toch zijn ontstaan?
Wees alert op het begin van de pijnklachten. Een zeurende pijn tijdens of vlak na sportbeoefening is niet normaal! ‘Door de pijn heen lopen’, leidt van kwaad tot erger. Een scheenbeenklacht kan het begin zijn van een vermoeidheidsbreukje in het scheenbeen! Om erger te voorkomen is het in het beginstadium raadzaam de onderstaande regels op te volgen.
Wat kan men zelf doen om de klachten te voorkomen?
Behandeling van de fysiotherapeut
Er is bij scheenbeenklachten in feite sprake van chronische (over)belasting van een aantal spieren, waardoor in de aanhechting op het onderbeen haarscheurtjes optreden. Een pijnlijke zwelling met plaatselijke ontstekingsverschijnselen zijn het gevolg, waarbij rust in de acute fase een goede remedie is. Het nadeel van (langdurige) rust is, dat de kracht van de betrokken spieren afneemt. Voordat de loopbelasting weer tot het oude niveau opgevoerd kan worden, moet de spierkracht op een alternatieve manier worden onderhouden of hersteld. Dat wordt nog wel eens vergeten, waardoor er een vergrote kans is dat de klachten weer terugkomen. Het is dan ook aanbevolen u te laten behandelen, om de belasting van u spieren te vergroten. Dit kan middels de fysiotherapie.
De oefentherapie bestaat uit de volgende onderdelen:
Er kan ook gekozen worden voor een lokale therapie. Hierbij wordt de pijnlijke plek zelf behandeld. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van:
Verder kan er nog kan er nog gebruik gemaakt worden van aanpassingen zoals:
Als de klachten terug blijven komen kan er gekozen worden voor een operatieve behandeling. Hier bij wordt het vlies dat om de spieren heen loopt van het achterbeen (spierloge) losgesneden en ruimer gemaakt, zodat de spieren wat meer ruimte hebben.
Bel:
020 - 408 38 38
www.leloux.nl
|
info@leloux.nl
|
Contact
Disclaimer
KvK nummer: 34343849
BTW nr: NL001107479B94
Op onze website maken wij, en derde partijen, gebruik van cookies.
Dit, om de diverse functionaliteiten op deze website mogelijk te maken, om inzicht te verkrijgen in het bezoekersgedrag op onze website.
Door op de ‘Akkoord’ button te klikken, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies zoals omschreven in onze privacy- en cookieverklaring