Fysiotherapie

L40

Wie kent inmiddels fysiotherapie nog niet?

De fysiotherapeut adviseert, begeleidt en behandelt bij stoornissen in houding en/of bewegen. Dat kan zijn bij blessures van spieren, pezen, banden en gewrichten. We zijn dan ook specialisten van het bewegingsapparaat. Ook gevolgen van functiestoornissen aan het zenuwstelsel, bloedvaten, longen, hart en huid kunnen worden behandeld.

Fysiotherapie is een behandeling aan het lichaam meestal op voorschrift van een huisarts of een specialist. Een behandeling kan ook een begeleidend karakter hebben zoals bij diverse revalidatieprocessen.

De behandeling kan verschillende vormen omvatten waarvan de bekendste de klassieke massage is. Hierbij wordt door verschillende handgrepen een therapeutisch doel bereikt als pijnvermindering, spierontspanning en verbetering van de doorbloeding.

Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van oefentherapie of bewegingstherapie. Hiermee worden verschillende doelen bereikt als het versterken van de spierkracht, beweeglijk maken van gewrichten en verbetering van de algemene conditie. Een onderdeel van oefentherapie is ook houdingstherapie, ademhalingsoefeningen en ontspanningsoefeningen.

Buiten bovenstaande kan de fysiotherapeut ook gebruik maken van apparatuur. De meest bekende zijn de warmte behandeling met paraffine en ultra korte golf(UKG), ultra geluid en stroomapparaten als TENS, interferentie e.v.

Fysiotherapie kan toegepast worden bij verschillende klachten waarbij de belangrijkste groep vormen de klachten van het bewegingsapparaat zoals rug- en nekklachten. Daarnaast speelt fysiotherapie een belangrijke rol bij revalidatie na ongelukken, ziekte of operatieve ingrepen.


 

L41
LL23

 
 


 
 

TOS Klachten of Thoracic Outlet (Compression) Syndrome

Inleiding

Onder TOS (Thoracic Outlet Syndroom) of CCCS (Costo-ClaviCulair Syndroom) worden die klachten gerekend, die voornamelijk gelokaliseerd zijn in de arm, maar veroorzaakt worden in het nekschoudergebied. De ‘Thoracic Outlet’ is het traject van de bloedvaten en de zenuwstreng vanuit verschillende niveaus van de nek tot de schouder. In feite gaat deze vaat-zenuw-streng van de halswervelkolom naar de arm om deze te voorzien van bloedvaten en zenuwweefsel. Tussen de nek en de schouder moet de vaat-zenuw-streng veel spieren en botten passeren. Er zijn enkele ‘poorten’ voor aangelegd, zodat de doorvoer ongehinderd kan plaatsvinden. Toch kan de streng door allerlei oorzaken bekneld raken en daardoor klachten van zenuwen en/of bloedvaten tot gevolg hebben.

Oorzaken

Eén van de meest voorkomende oorzaken van beknelling is een afwijkende houding. Dit kan een verlaagde stand zijn van het sleutelbeen en/of een verhoogde stand van de eerste rib. De vaat-zenuwstreng raakt dan tussen deze botten bekneld. Een andere oorzaak is een verhoogde spanning van de hals- en/of borstspieren. Hierdoor worden de doorgangsruimten (poorten) van de streng verkleind en vindt er een afklemming plaats. Nog een mogelijke oorzaak is het gestoord bewegen van de nek-schoudergordel. Afhankelijk van de oorzaak worden verschillende typen onderscheiden. Maar in alle gevallen zijn de gevolgen gelijk: de vaat-zenuw-streng raakt beklemd en de bloed- en/of zenuwvoorziening van de arm wordt gehinderd.

Plaatsen in de thoracic outlet waar compressie kan plaatsvinden: A – achterste scalenuspoort B – costoclaviculaire ruimte C – coraco-thoraco-pectorale poort m. scalenus medius (halsspier) m. scalenus anterior (halsspier) m. pectoralis minor (borstspier) a. subclavia (aanvoerend bloedvat) v. subclavia (afvoerend bloedvat) plexus brachialis (zenuwstreng) 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Klachtenbeeld

De klachten zijn afhankelijk van wat wordt afgeklemd: een zenuw of een bloedvat. Soms is er een beklemming van beiden tegelijk. Als er een zenuw bekneld raakt, ontstaat er vanuit de nek een uitstralende pijn in de arm. Tevens treedt er een gevoel op van zwakte en kunnen dove gevoelens en/of prikkelingsverschijnselen in de arm optreden.
Als er een aanvoerend bloedvat bekneld raakt, dan heeft dit tot gevolg dat er een verminderde zuurstofvoorziening optreedt in de weefsels van de arm. Dit voedingstekort zorgt voor een verlammende pijn bij belastende bewegingen, welke weer verdwijnt als de belasting stopt. De arm voelt verzwakt, zwaar en koud.

Bij beklemming van een teruggaand bloedvat vanuit de arm ontstaat er een beperking van de afvoer van afvalstoffen. De handen worden blauw en dik en er ontstaat een gespannen gevoel in de arm. Ook hier treedt een loom en zwaar gevoel in de arm op.

Soms ontstaan de klachten pas nadat de beklemming is opgeheven (‘s nachts bij voorbeeld). Dit wordt het ‘releasefenomeen’ genoemden komt voor bij voortdurende beklemming, zoals bij strakke kleding (BH, bretels) of zware mamma (borsten).

Therapie

Naast het mobiliseren en het in de juiste stand plaatsen van het sleutelbeen en de eerste rib dmv. passieve bewegingen (door de fysiotherapeut), dient u zelf veel te oefenen. Om de klachten blijvend te verminderen is het belangrijk, dat u deze oefeningen regelmatig uitvoert. Deze oefeningen bestaan uit rekoefeningen en oefeningen voor de juiste houding. U voert ze enkele keren per dag gedurende 10 – 15 minuten uit. De juiste houding moet u op een gegeven moment de gehele dag kunnen volhouden. Daarnaast zullen spierversterkende oefeningen worden gegeven.

Rekoefeningen

Grote borstspier (m. pectoralis major) U staat in de deuropening met één vore arm schuin omhoog en de hand aan de deurpost. U stapt zover naar n, dat u net geen rek voelt bij de schouder van de gestrekte arm. Nu drukt u uw hand 8 tellen hard tegen de deurpost. Vervolgens rekt u de grote borstspier door verder naar voren te leunen en dit weer 8 tellen vol te houden. U herhaalt dit duwen en trekken 3-4 keer en het geheel doet u 3 x per dag, evt. voor beide armen.
Monnikskapspier (m. trapezius) U zit rechtop op een kruk of stoel. Met de hand aan de te rekken kant houdt u zich vast aan de zitting. Uw hoofd buigt u opzij naar de kant van de andere schouder. Terwijl u met uw hand goed vasthoudt, probeert u de schouder aan dezelfde kant te heffen.

Halsspieren (mm. scaleni) Ondanks dat de klachten aan één zijde gelokaliseerd zijn, dient u deze rekoefening altijd aan beide zijden uit te voeren! Voorbeeld voor de rechter zijde: u draait uw hoofd naar rechts. Vervolgens buigt u uw hoofd naar de andere kant (links) opzij: uw linker oor richting uw linker schouder. Als laatste knikt u uw hoofd naar achteren. In een later stadium kunt u hierna ook nog maximaal uitademen: hierdoor komt de eerste rib nog lager te staan en wordt de rekking nog versterkt.

Juiste houding

De houding van rug, schouders, nek en hoofd is belangrijk om genoeg ruimte te hebben voor de vaatzenuwstreng. Uw fysiotherapeut zal u hieromtrent adviseren.
Nek en hoofd De nek strekt u uit door uw achterhoofd omhoog te duwen. U vlakt uw nek daardoor af.
Tegelijkertijd schuift u uw hoofd naar achteren. Dit doet u zover u voor uw gevoel net geen onderkin hebt.
Rug Uw rug strekt u door uw borstbeen omhoog te heffen. Houdt u er rekening mee, dat tussen borstbeen en kin tussenruimte blijft van ongeveer één handbreedte.

Schouders Terwijl u uw rug strekt, brengt u uw schouders omhoog + naar achteren. Dan laat u ze ontspannen in die achterste stand omlaag vallen. De schouders mogen nooit gespannen omhoog getrokken zijn. Vaak voelt deze houding in het begin erg overdreven aan en is het moeilijk de gehele dag deze houding vast te houden. De spiegel is hierbij een doeltreffend hulpmiddel. Voor de spiegel kunt regelmatig controleren en eventueel corrigeren.

Spierversterkende oefeningen

Rechtop staan met in elke hand een gewichtje van ongeveer 1 kg. Langzaam uitvoeren en in de eindstand 5 seconden blijven staan.
• De schouders naar boven en naar voren bewegen
• De schouders naar boven en naar achteren bewegen
• De schouders naar boven bewegen
• Terug naar de juiste houding
• Rechtop staan met in elke hand een gewichtje van ongeveer 1 kg.
• De gewichtjes boven het hoofd tegen elkaar tikken met gestrekte armen
• Ruglig met gebogen knieën, met in beide handen een gewichtje van ongeveer 1 kg.
• De gewichtjes naar voren uitdrukken A

deviezen

• Vermijd houdingen en bewegingen, die de klachten provoceren
• Ontlast armen en schouders na of tijdens klachten
• Gebruik zitmeubilair met armleuningen
• Lees de krant aan tafel met de armen ontspannen liggend op de tafel
• Gebruik geen knellende kleding, zoals strakke BH’s of bretels
• Vermijd tillen van zware lasten
• Vermijd bovenhands werken, gebruik hierbij een trapje


Op onze website maken wij, en derde partijen, gebruik van cookies.
Dit, om de diverse functionaliteiten op deze website mogelijk te maken, om inzicht te verkrijgen in het bezoekersgedrag op onze website.

Door op de ‘Akkoord’ button te klikken, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies zoals omschreven in onze privacy- en cookieverklaring

Deze website maakt gebruik van:


Voor meer informatie kunt u onderstaande documenten bekijken: